Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar [49]Jonadab, de zoon van Simea, Davids broeder, [50]antwoordde en zeide: Mijn heer [51]zegge niet, dat zij al de jongelingen, des konings zonen, gedood hebben; maar Amnon alleen is dood; want [52]bij Absalom [53]is er op toegelegd, van den dag af, dat hij zijn zuster Thamar verkracht heeft. 49. Zie boven, vs.3. 50. Dat is, nam het woord, begon te spreken. Zie Richt.18:14. 51. Te weten, bij zichzelven; dat is, denke niet, beelde zich niet in. 52. Anders, op Absaloms mond; dat is, woord, zeggen of bevel. 53. Of, op Absaloms bevel is het geschied, dat besteld, of, opgezet was; of, is het een opzet geweest.